Naar hoofdinhoud Naar footer

De grote puzzel die de eOverdracht heet

Zorginformatie gemakkelijk, digitaal en veilig overdragen is belangrijk voor de continuïteit van zorg. Toch komt het nog vaak voor dat een zorgmedewerker van de cliënt moet horen welke zorg er nodig is. De eOverdracht moet de oplossing gaan bieden. Wetgeving, richtlijnen en standaarden bepalen echter hoe de overdracht van zorginformatie eruit komt te zien, en hoe die zich zal verhouden tot het gebruik van classificaties. Het maakt van de eOverdracht een puzzel die nog lang niet is opgelost.

Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg  

Een van de wetten die van invloed is, is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) die per 1 juli 2023 is ingegaan. De wet verwijst naar kwaliteitstandaarden waarin staat welke gegevens zorgprofessionals moeten uitwisselen voor goede zorg. Zorgprofessionals, patiënten en zorgverzekeraars bepalen zelf wat goede zorg is. Zij bepalen dus de inhoud van de gegevens die worden uitgewisseld. 

Richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging

De vernieuwde richtlijn verpleegkundige en verzorgende verslaglegging is in 2022 vastgesteld door V&VN. Het doel van de richtlijn is verpleging en verzorging te ondersteunen bij goede verslaglegging in het primaire zorgproces en bij de overdracht. Over het uitwisselen van zorginformatie doet de richtlijn twee aanbevelingen. Ten eerste: gebruik eenduidige taal die uitwisselbaar is tussen organisaties en tussen zorgprofessionals. Doe dit door de beschikbare informatiestandaarden te gebruiken. De eOverdracht is zo’n informatiestandaard. Ten tweede adviseert de richtlijn om een format voor verslaglegging te gebruiken dat relevant is voor de context waarin gewerkt wordt. De richtlijn schrijft geen specifiek format voor, al worden Omaha System en NANDA-I in de toelichting als voorbeelden genoemd.

Informatiestandaarden en zorginformatiebouwstenen

De eOverdracht is een informatiestandaard. In een informatiestandaard staan afspraken over de inhoud en structuur van de verpleegkundige en verzorgende zorginformatie, en bevat afspraken over de uitwisseling van zorginformatie tussen zorginstellingen. Met andere woorden: het zijn afspraken over welke zorginformatie uitgewisseld wordt en hoe deze bijvoorbeeld (technisch) van het ECD van de wijkverpleging in het EPD van het ziekenhuis terecht komt. 

De afspraken over de inhoud van de zorginformatie zijn algemene afspraken. Namelijk dat informatie over bepaalde onderwerpen moet worden uitgewisseld, zoals informatie over klachten, de diagnose, allergieën, medicatie en NAW-gegevens. Deze onderwerpen kun je zien als de bouwstenen van de eOverdracht; zorginformatiebouwstenen (Zib’s) dus. Een Zib beschrijft welke informatie over een bepaald onderwerp van het zorgproces moet worden vastgelegd.

Eenduidige taal bij het uitwisselen van zorginformatie

Eenduidige taal is een voorwaarde voor het uitwisselen van zorginformatie. Moeten alle zorgprofessionals dus dezelfde taal gaan spreken? Nee, maar het is wel nodig dat de verschillende termen uit de classificaties die verpleegkundigen en verzorgenden in verschillende sectoren voor dezelfde begrippen gebruiken, gemapt worden op elkaar en op de Kernset patiëntproblemen. Met mappen bedoelen we dat er afspraken gemaakt worden over hoe een term zich verhoudt tot de overeenkomstige term(en) uit andere classificaties of standaarden. De Kernset patiëntproblemen is een subset van SNOMED-CT, het internationale coderingsstelsel dat landelijk gebruikt gaat worden.  

Een voorbeeld: een cliënt heeft een zorgvraag op gebied van mobiliteit. Een wijkverpleegkundige die Omaha System gebruikt zal het hebben over ‘beperkte bewegingsmogelijkheid’, terwijl een verpleegkundige in het ziekenhuis die met NANDA-I werkt het als ‘mobiliteitstekort’ zal beschrijven. Beide omschrijvingen kun je ook ‘mobiliteitsstoornis’ noemen. Dat is de term die V&VN gebruikt in de Kernset patiëntproblemen. Het koppelen van termen die dezelfde betekenis hebben is dus een vorm van mappen. Het mappen met de Kernset is een manier waarom verpleegkundigen en verzorgenden hun eigen taal en classificatie kunnen blijven gebruiken, maar wel eenduidige zorginformatie kunnen overdragen. 

Mapping van classificaties in de praktijk

Stichting VDIR (beheerder van NANDA-I) en stichting Omaha System Support (beheerder van Omaha System) hebben samen met VenVN en Nictiz naar een manier gezocht om termen uit beide classificaties te mappen met elkaar en met de Kernset Patiëntproblemen. De 50 meest gebruikte diagnoses in NANDA-I en de 50 meest gebruikte aandachtsgebieden of signalen/symptomen in Omaha System werden onderzocht. Een aantal aandachtsgebieden of signalen/symptomen uit Omaha System is via de Kernset over te dragen naar NANDA-I diagnoses, maar een aantal ook niet. Rechtstreekse mapping tussen Omaha System en NANDA-I termen leverde meer resultaten op, al konden niet alle termen aan elkaar gekoppeld worden.

Grote uitdagingen voor geslaagde eOverdracht

Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen het doel van het werken met een classificatie, en het doel van de eOverdracht. Classificatiesystemen zijn een hulpmiddel voor het klinisch redeneren, methodisch werken en vastleggen van het gehele zorgproces. De eOverdracht heeft als doel om relevante zorginformatie over te dragen voor het continueren van zorg. De eOverdracht en de Kernset Patiëntproblemen biedt echter nog onvoldoende mogelijkheden om alle relevante informatie over te dragen die een verpleegkundige of verzorgende nodig heeft. Zij hebben meer informatie nodig dan alleen de informatie dat iemand een probleem heeft met mobiliteit. De oorzaak en de verschijnselen van een probleem of zorgvraag zijn bepalender voor doelen en interventies dan de zorgvraag of het probleem alleen. De eOverdracht is in die zin dus te beperkt.

Welke zorginformatie van belang is om uit te wisselen, is bovendien sterk afhankelijk van de setting. De vraag is dan ook niet: hoe zorgen we dat álle informatie van de ene naar de andere setting kan worden overgedragen, maar: wélke informatie is relevant om over te dragen? Een verpleegkundige of verzorgende zal de overgedragen informatie immers altijd (her)beoordelen op basis van de veranderde situatie en de setting waar de cliënt of patiënt zich bevindt: thuis, in het verpleeghuis of in het ziekenhuis Wetgeving, richtlijnen en standaarden zeggen hier niets over. De sector zal hierin dus zelf een balans moeten zien te vinden.

Een ander, voor de hand liggend punt is dat het verbeteren en automatiseren van overdracht van zorginformatie alleen slaagt als er ook goede verslaglegging van het dagelijkse zorgproces plaatsvindt in de vorm van goede zorgplannen. Dat is nog lang niet altijd het geval. Meer aandacht hiervoor is dan ook een belangrijke randvoorwaarde voor een uiteindelijk zinvolle overdracht van zorginformatie.

De eOverdracht doet de belofte om de overdracht van cliënten en patiënten voor alle betrokkenen te versoepelen. Voorlopig is het nog een puzzel hoe van de eOverdracht een succes gemaakt kan worden. Zowel stichting Omaha System Support als stichting VDIR zetten zich (gezamenlijk) in voor het klinisch redeneren, methodisch werken, goede verslaglegging en overdracht van verpleegkundige zorg. Wilt u hieraan bijdragen of heeft u vragen? Neem gerust contact met ons op. Neem voor Omaha System Support contact met ons op via info@omahasystem.nl. Voor Stichting VDIR neem je contact op via info@stichtingvdir.nl

Gebruikte bronnen en extra informatie

Deel deze pagina via: