Naar hoofdinhoud Naar footer

Stap 2: Stel aandachtsgebied vast

Gepubliceerd op: 14-08-2024

Laatst bijgewerkt op: 14-08-2024

In de vorige stap heb je alle informatie rondom je cliënt verzameld. Je hebt gegevens verzameld bij de cliënt, de mantelzorger, eventueel bij andere zorgverleners. Je hebt de overdracht gelezen. Je hebt de cliënt en zijn omgeving geobserveerd. Zo heb je een goed beeld van de cliëntsituatie gekregen. In deze stap bepaal je op basis daarvan wat de zorgvragen zijn; in Omaha System-termen: de aandachtsgebieden.

Omaha System kent 42 aandachtsgebieden verdeeld over vier domeinen (omgevingsdomein, psychosociaal domein, fysiologisch domein, gezondheidsgerelateerd gedragsdomein).

Kenmerken en signalen/symptomen vaststellen

Van elk aandachtsgebied stel je vervolgens de kenmerken vast:

  • Betreft het aandachtsgebied het individu, de leefeenheid of de gemeenschap? Het Omaha System biedt, naast het vastleggen van de zorg voor de individuele client, ook de mogelijkheid zorg vast te leggen voor een leefeenheid (gezin, groep personen die samenleven) of buurt (groep, buurt of ander geografisch gebied).
  • Gaat het om een actueel probleem, een potentieel probleem of om gezondheidsbevordering? Potentiële problemen kunnen liggen op het gebied van de risicosignalering.

Met de signalen en symptomen onderbouw je de keuze van het aandachtsgebied. Het boek, Het Omaha System, Gids voor gebruik (Koster N., Harmesen J., 2015)  geeft voorbeelden van signalen en symptomen bij elke gebied. In het elektronische dossier staan de signalen en symptomen ingebouwd in het systeem.

Tips bij aandachtsgebieden vaststellen

Meest gebruikt

De ervaring leert dat in de zorgplannen de kenmerken ‘individu’ en ‘actueel’ en de daarbij horende signalen en symptomen meer gebruikt worden dan leefgemeenschap/gemeenschap en potentieel en gezondheidsbevordering. 

Keuze aandachtgebieden

Kies de aandachtsgebieden waarvan je wil weten wat het beloop, of het resultaat is. Begin met de belangrijkste aandachtsgebieden. Soms lossen de andere zorgvragen zich dan vanzelf op. Aandacht voor geestelijke gezondheid kan bijvoorbeeld allerlei lichamelijke zorgvragen verminderen of zelfs oplossen! 

Risicosignalering

Als je hebt vastgesteld dat er een risico is en je wilt nog geen actie ondernemen, kies je voor kenmerk 'potentieel probleem'.

Optie ‘Overig’

Kies bij de signalen/symptomen zo min mogelijk voor de optie ‘Overig’. Als je voor de optie ‘Overig’ wilt kiezen, kijk dan eerst of je wel het juiste aandachtsgebied hebt. Als het aandachtsgebied juist is en het juiste signaal staat niet in het rijtje, dan kun je kiezen voor Overig. Geef in de toelichting altijd aan om welk signaal het gaat. 

Domein psychosociaal

  • Kenmerk: individueel, een actueel probleem of  een potentieel probleem
  • Aandachtsgebied: Geestelijke gezondheid
  • Signalen/symptomen: triestheid/wanhoop/verminderde eigenwaarde
  • Bezorgdheid/ongedefinieerde angst

Risicosignalering

In de overdracht en in anamnese worden een aantal risico’s passend bij de ziekte van Parkinson benoemd. Je neemt de risicosignalering op in je zorgplan:

Gedrag/gemoedstoestand: moeite met acceptatie van het ziektebeeld en depressieve gevoelens (actueel probleem) en risico op depressie (potentieel probleem)

PES-structuur niet nodig in Omaha System

In veel verpleegkundige opleidingen wordt de PES-structuur gebruikt om een verpleegkundige diagnose te maken. De PES-structuur kan een hulpmiddel zijn om problemen helder en in eenzelfde structuur te beschrijven.

  • De P staat voor probleem en beschrijft welke klachten of gezondheidsproblemen de cliënt heeft.
  • De E staat voor etiologie en beschrijft de oorzaak van het probleem.
  • De S staat voor symptomen en beschrijft de bijbehorende klachten of signalen.

In het zorgplan is het belangrijk om een juiste verpleegkundige diagnose vast te leggen. Binnen Omaha System is het uitschrijven van de PES-structuur niet nodig. De P is namelijk het aandachtsgebied wat je kiest. De S zijn de signalen en symptomen die horen bij dat aandachtsgebied. Alleen de E heeft geen vaste plek. In de aanleiding/anamnese of in de medische voorgeschiedenis kan je de oorzaak vast leggen.